Twee zilveren medailles, maar geen tevreden gevoel
Het behalen van twee zilveren medailles op de Paralympische Spelen en toch ontevreden zijn. Het klinkt misschien verwend, maar voor rolstoeltennisster Diede de Groot is het begrijpelijk. Ze was namelijk jarenlang vrijwel onverslaanbaar.
De Groot heeft al 22 grandslamtoernooien gewonnen en behaalde tijdens de vorige Paralympische Spelen in Tokio twee gouden medailles. In Parijs greep ze naast het goud. Ze verloor zowel de enkelspelfinale als de dubbelspelfinale en moest genoegen nemen met zilver.
En dat valt haar zwaar. “Ik voel een bepaalde druk om trots te zijn op zilver.” Maar dat lukt haar niet, zegt ze: “Ik weet niet of dat gevoel ooit zal komen, dat vind ik ook moeilijk.”
“Ik weet dat veel atleten überhaupt een medaille hadden gewild”, zegt ze schuldbewust. “Het voelt oneerlijk om niet blij te zijn met zilver, maar zo voel ik me nu eenmaal.”
De Groot zit echter niet in zak en as. Ze heeft een “dubbel gevoel”. Naast de geweldige sfeer in Parijs heeft ze genoten van de “liefde en aanmoedigingen” die ze “van alle kanten” heeft ontvangen na haar verliespartijen. “Dat is iets heel bijzonders, iets wat je als sporter misschien onderschat.”
De Groot, die samen met wielrenner Tristan Bangma de vlag droeg tijdens de sluitingsceremonie, erkent dat het ook goed is voor de sport dat ze een keer verliest. “Voor mij persoonlijk is het minder”, zegt De Groot.
Hoewel ze in de enkelspelfinale dezelfde tegenstander, de Japanse Yui Kamiji, trof als in Tokio, ziet ze dat het internationale niveau stijgt. Volgens De Groot komt dit doordat er ook buiten Europa meer successen worden behaald in het paralympisch tennis.
De 27-jarige De Groot merkte niet alleen een stijging in niveau, maar ook in de omvang van het evenement. “Dit waren de eerste Spelen waarbij ik het gevoel had dat iedereen erbij betrokken was. Niet alleen familie en vrienden, maar heel Nederland.”
“Ik heb het idee dat het is opgepikt”, vervolgt De Groot, die ook wijst op de grote media-aandacht voor de paralympiërs.
Ze hoopt dat deze aandacht “het hele jaar door, volgend jaar en het jaar daarna” behouden blijft. “Ik denk dat mensen het geweldig vinden om ons te volgen zodra ze ons leren kennen.”
Volgens haar zijn de verhalen, tranen en andere emoties ook bijzonder. “En het maakt niet uit of we olympisch of paralympisch zijn.”