Jesper de Jong heeft afgelopen weekend iedereen verrast door de tweede ronde van de Australian Open te bereiken tijdens zijn grandslamdebuut. Vanavond om 02.00 uur Nederlandse tijd staat hij tegenover de wereldtopper Jannik Sinner in de Margaret Court Arena, waar hij voor het eerst zijn opwachting maakt in een groot stadion.
Oud-tennisser Paul Haarhuis, die als Davis Cup-captain aanwezig is in Melbourne, deelt zijn gedachten over het stadiondebuut van De Jong. Hij herinnert zich zijn eigen debuut in het stadion tijdens de US Open van 1989 tegen John McEnroe. “Het is erg spannend, je vraagt je af of je een kans maakt, of je een set kunt winnen en of je het publiek een goede wedstrijd kunt geven. Alles is nieuw.”
Wennen aan de ruimte
De Jong heeft een uur kunnen trainen in de Margaret Court Arena ter voorbereiding op de wedstrijd, maar volgens Haarhuis zal hij toch moeten wennen aan het spelen in een stadion waar de ruimte rondom de baan groter is. “Je hebt het gevoel dat de bal trager is, omdat de ruimte groter is. Je gaat al snel iets verder naar achteren staan.”
Haarhuis benadrukt dat de eerste keer altijd spannend is. Hij hoopt dat De Jong zijn zenuwen onder controle kan houden. “Het is erg moeilijk om ervan te genieten. Je wilt goed spelen, je wilt je meten met je tegenstander. Jesper weet niet wat hij van zichzelf kan verwachten, hoe zijn spel zal zijn tegen zo’n jongen.”
Volgens Haarhuis heeft De Jong niets te verliezen tegen Sinner, de nummer vier van de wereld. “Maar zo werkt het eigenlijk ook niet helemaal, want je hebt toch verwachtingen van jezelf.”
Haarhuis prijst De Jong als een zeer complete speler. “Jesper heeft veel spelinzicht, is slim en handig. Hij is niet lang, maar zijn service is goed. Hij heeft niet de krachtige slagen zoals Botic van de Zandschulp of Tallon Griekspoor, maar hij kan zich nog verder ontwikkelen.”
Ook Richard Krajicek, directeur van het ABN AMRO-tennistoernooi, merkt op dat De Jong geen “ongelooflijk wapen” heeft. “Het is altijd fijn als iemand dat wel heeft, maar aan de andere kant heeft Medvedev dat ook niet.”
Een harde werker
Haarhuis vindt dat De Jong trots mag zijn op wat hij tot nu toe heeft bereikt. “Hij weet nu wat hij kan bereiken (kwalificatie voor een grandslamtoernooi, red.). Wanneer je nieuwe dingen bereikt, groeit het geloof in jezelf. Je verlegt je grenzen.”
Krajicek ziet ook dat De Jong vooruitgang heeft geboekt. “Hij verloor vaak wedstrijden op het nippertje. Misschien had hij wat moeite om zijn emoties onder controle te houden, maar nu heeft hij de laatste kwalificatieronde en de eerste ronde van een grandslam gewonnen. Hij doet het erg goed.”
En als Krajicek voorzichtig naar de toekomst kijkt, gelooft hij dat De Jong ver kan komen. “Ik denk zeker dat hij de top vijftig zou moeten kunnen bereiken, misschien zelfs de top dertig. Waarom niet?”