Matwé Middelkoop, een professionele tennisspeler, stelt dat online bedreigingen steeds vaker voorkomen en dat de toon van deze bedreigingen steeds harder wordt. Hij roept de verantwoordelijke instanties op om actie te ondernemen om verdere escalatie te voorkomen.
“Het is zeer storend dat wij als tennissers hier allemaal mee te maken krijgen, van topspelers tot spelers op kleinere toernooien,” zegt Middelkoop na zijn gewonnen eerste ronde op Roland Garros met zijn Duitse partner Andreas Mies.
Eerder deze week werd bekend dat Aryna Sabalenka en Novak Djokovic onder tennissers de meeste online haat ontvangen.
Bedreigingen via WhatsApp
Middelkoop geeft aan dat online bedreigingen niet langer beperkt blijven tot scheldpartijen op Instagram of Twitter, maar dat ook WhatsApp wordt ingezet. “Of ik nu win of verlies, ik ontvang berichten,” zegt hij. “Het voelt alsof ze tot aan je voordeur komen, zo heftig wordt het.”
“Kun je het serieus nemen? Nee. Maar het toont wel aan dat de maatschappij harder is geworden. Dat raakt ons. Wij zijn sporters en willen hier niets mee te maken hebben.”
De 39-jarige Middelkoop is verheugd dat Roland Garros software aan de deelnemers heeft aangeboden om enige bescherming te bieden tegen online haat, hoewel hij toegeeft dat hij de applicatie nog op zijn telefoon moet installeren. “Dit is een stap vooruit.”
Beperkte gesprekken in kleedkamer
Volgens Middelkoop wordt de problematiek slechts sporadisch besproken in de kleedkamer. “Het is een persoonlijke kwestie en het roept negatieve energie op,” legt de Brabander uit. “Je probeert het te negeren, maar het blijft toch hangen.”
Middelkoop heeft niet direct een oplossing, maar denkt dat het ontmaskeren van de daders enorm zou kunnen helpen. “We moeten allemaal proactief zijn,” meent de tennisser.
“Er moeten mensen opstaan die dit aanpakken om het probleem echt op te lossen. Wat kunnen we hier daadwerkelijk tegen doen? Misschien kunnen we deze haters prominent in beeld brengen?”
Middelkoop blijft hopen dat er ooit verandering zal komen. “Ik vind het echt belangrijk dat wij enige bescherming krijgen. Dus wellicht is het openbaar maken van deze personen een effectief tegengif.”